Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. résidu:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor résidu (Frans) in het Zweeds

résidu:

résidu [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le résidu (reste; restant)
    rester; återstoder; kvarstoder
  2. le résidu (sédiment; dépôt)
    skit; gödsel
    • skit [-en] zelfstandig naamwoord
    • gödsel [-en] zelfstandig naamwoord
  3. le résidu
    rest
    • rest [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le résidu (sédiment)
    lämning; rest; avlagring; sediment
    • lämning [-en] zelfstandig naamwoord
    • rest [-en] zelfstandig naamwoord
    • avlagring [-en] zelfstandig naamwoord
    • sediment [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor résidu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avlagring résidu; sédiment
gödsel dépôt; résidu; sédiment fumier
kvarstoder restant; reste; résidu
lämning résidu; sédiment
rest résidu; sédiment bout; cornue; crosse; restant; résidus
rester restant; reste; résidu restes; ruines
sediment résidu; sédiment sédiments
skit dépôt; résidu; sédiment caca; casse-cul; connard; coquin; crotte; excréments; fiente; fumier; matières fécales; merde; étron
återstoder restant; reste; résidu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skit bougrement; diable!; diablement; effrayant; effroyablement; maudit; merdeux; pardi; sacré; satané; terriblement; vilain

Synoniemen voor "résidu":


Wiktionary: résidu

résidu
noun
  1. Ce qui rester.