Frans
Uitgebreide vertaling voor râleur (Frans) in het Zweeds
râleur:
-
le râleur
dåligt humeur djävel-
dåligt humeur djävel zelfstandig naamwoord
-
-
le râleur (grognon; ours; ronchon; mécontent; bougon; râleuse; rouspéteur; revendicateur; ronchonneur)
-
le râleur (râleuse)
-
râleur (de mauvaise humeur; irrité; plaignant; grincheux; grognon; maussade; irascible; plaintif; bourru; dolent; gémissant; plaintivement)
på dåligt humör; vresig; vresigt-
på dåligt humör bijvoeglijk naamwoord
-
vresig bijvoeglijk naamwoord
-
vresigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor râleur:
Synoniemen voor "râleur":
Wiktionary: râleur
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• râleur | → kverulant | ↔ Querulant — Person, die sich ständig wegen jeder Kleinigkeit beschweren |