Pilier in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

pilier:
- påle; stång; stake; pelare; spalt; stöttepelare; storstag
Wiktionary:
- pilier → pelare, spalt
- pilier → pelare, stöd, stöttepelare, kolonn

Frans

Uitgebreide vertaling voor pilier (Frans) in het Zweeds

le pilier (mât)
påle; stång; stake
- påle [-en] zelfstandig naamwoord
- stång [-en] zelfstandig naamwoord
- stake [-en] zelfstandig naamwoord
le pilier (colonne)
pelare; påle
- pelare [-en] zelfstandig naamwoord
- påle [-en] zelfstandig naamwoord
le pilier (colonne)
pelare
- pelare [-en] zelfstandig naamwoord
le pilier (colonne de text sur une page; colonne; colonnette)
spalt
- spalt [-en] zelfstandig naamwoord
le pilier (colonne; colonnette)
stöttepelare; storstag
- stöttepelare [-en] zelfstandig naamwoord
- storstag zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pelare	colonne; pilier	pilier cornier; piliers
påle	colonne; mât; pilier	bâton; bûcher; perche; pôle
spalt	colonne; colonne de text sur une page; colonnette; pilier
stake	mât; pilier	bâton; chandelier; perche
storstag	colonne; colonnette; pilier	aide; aide sociale; appui; asile; lieu de refuge; lieu de salut; point d'appui; port de refuge; soutien
stång	mât; pilier	baguette; barre; barre de chocolat; barre transversale; barreau; barreaux; bâton; bâton de chocolat; grillage; grille; grilles; lingot; poutre transversale; rai; rayon; tige; traverse; tringle; verges
stöttepelare	colonne; colonnette; pilier	aide; aide sociale; appui; asile; lieu de refuge; lieu de salut; point d'appui; port de refuge; soutien
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spalt		colonne

ante; pilastre; appui; support; soutien; étai; soutènement; soubassement; épaulement; contrefort; accoudoir; béquille; colonne; poteau; pylône; fût; cariatide; stèle; obélisque; aiguille; cippe; cale; pieu; piquet; épieu; pal; pilot; bâton; échalas; mat; sapine; mât; assistance; secours; défense; auxiliaire; champion; défenseur; pivot

pilier

noun

(architecture) maçonnerie|fr ouvrage de maçonnerie en forme de grosse colonne ronde, carrée, etc., qui sert à soutenir un édifice ou quelque partie d’un édifice.
- pilier → pelare; spalt

Cross Translation:

From	To	Via
• pilier	→ pelare	↔ Pfeiler — Architektur, Bauwesen: ein frei oder an der Wand stehender, mehr oder minder schlanker fachterminologisch: nur prismatischer, (umgangssprachlich) auch runder Körper aus Stein, Holz, Mauerwerk, Kunststoff oder Metall zur Aufnahme von Lasten [[da
• pilier	→ stöd	↔ Stütze — Bauteil, der Teile eines Gebäudes tragen
• pilier	→ pelare; stöttepelare; kolonn	↔ pillar — large post, often used as supporting architecture