Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor patient (Frans) in het Zweeds

patient:

patient [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le patient (malade; souffrant)
    patient
    • patient [-en] zelfstandig naamwoord

patient bijvoeglijk naamwoord

  1. patient (attendant tranquillement; patiemment)
    vänta tålamodigt
  2. patient (résigné; avec résignation; patiemment)
    tålmodig; tålmodigt
  3. patient (indulgent; patiemment)
    ödmjuk; ödmjukt; undergivet

Vertaal Matrix voor patient:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
patient malade; patient; souffrant malade; souffrant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tålmodig avec résignation; patiemment; patient; résigné
tålmodigt avec résignation; patiemment; patient; résigné
undergivet indulgent; patiemment; patient abdicataire; calme; docile; démissionnaire; passif; résigné; serein; servile; sortant; soumis
vänta tålamodigt attendant tranquillement; patiemment; patient
ödmjuk indulgent; patiemment; patient discret; humble; humblement; modeste; modestement
ödmjukt indulgent; patiemment; patient discret; humble; humblement; modeste; modestement

Synoniemen voor "patient":


Wiktionary: patient


Cross Translation:
FromToVia
patient patient patiënt — iemand die medische hulp krijgt
patient patient Patient — eine kranke Person, die medizinisch behandelt oder betreut wird
patient tålig; tålmodig geduldigGeduld habend
patient tålmodig; ha tålamod patient — not losing one's temper while waiting
patient patient patient — someone who receives treatment from a doctor