Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal ombrage

Vertaal ombrage van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

ombrage:
- skugga
ombrager:
- skugga; schattera
Wiktionary:
- ombrage → lövverk, misstanke

Frans

Uitgebreide vertaling voor ombrage (Frans) in het Zweeds

ombrage:

ombrage [le ~] zelfstandig naamwoord

l'ombrage (ombre)
skugga
- skugga [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ombrage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skugga	ombrage; ombre	aspect; figure; forme; ombre; ombre portée; silhouette
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skugga		filer; ombrager; ombrer; prendre en filature

Synoniemen voor "ombrage":

couvert; abrité; défendu; garanti; préservé; sauvegardé; vêtu; abri; protection; recouvert; bâché; protégé; caparaçonné; revêtu; enveloppé; caché; feuillage; ombre; soupçon; suspicion; doute; défiance; méfiance

Wiktionary: ombrage

ombrage

noun

ensemble des branches et des feuilles des arbres, qui produire de l’ombre.
- ombrage → lövverk; misstanke

ombrager:

ombrager werkwoord (ombrage, ombrages, ombrageons, ombragez, ombragent, ombrageais, ombrageait, ombragions, ombragiez, ombrageaient, ombrageai, ombrageas, ombragea, ombrageâmes, ombrageâtes, ombragèrent, ombragerai, ombrageras, ombragera, ombragerons, ombragerez, ombrageront)

ombrager (ombrer)
skugga; schattera
- skugga werkwoord (skuggar, skuggade, skuggat)
- schattera werkwoord (schatterar, schatterade, schatterat)

Conjugations for ombrager:

Présent

ombrage
ombrages
ombrage
ombrageons
ombragez
ombragent

imparfait

ombrageais
ombrageais
ombrageait
ombragions
ombragiez
ombrageaient

passé simple

ombrageai
ombrageas
ombragea
ombrageâmes
ombrageâtes
ombragèrent

futur simple

ombragerai
ombrageras
ombragera
ombragerons
ombragerez
ombrageront

subjonctif présent

que j'ombrage
que tu ombrages
qu'il ombrage
que nous ombragions
que vous ombragiez
qu'ils ombragent

conditionnel présent

ombragerais
ombragerais
ombragerait
ombragerions
ombrageriez
ombrageraient

passé composé

ai ombragé
as ombragé
a ombragé
avons ombragé
avez ombragé
ont ombragé

divers

ombrage!
ombragez!
ombrageons!
ombragé
ombrageant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor ombrager:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skugga		aspect; figure; forme; ombrage; ombre; ombre portée; silhouette
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
schattera	ombrager; ombrer	teindre; teinter
skugga	ombrager; ombrer	filer; prendre en filature

Synoniemen voor "ombrager":

couvrir; abriter; protéger; ombrer