Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor noeud (Frans) in het Zweeds

noeud:

noeud [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le noeud (carrefour; noeud routier; croisement; embranchement)
    korsning; korsning för bilar
  2. le noeud
    kula; knopp; knapp; handtag; knöl; vred
    • kula [-en] zelfstandig naamwoord
    • knopp [-en] zelfstandig naamwoord
    • knapp [-en] zelfstandig naamwoord
    • handtag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • vred [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. le noeud
    nod
    • nod [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le noeud (loupe)
    knutar
    • knutar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor noeud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handtag noeud anse; barre de redimensionnement; cheville; clé; cléf; levier; loquet; loqueteau; manche; manette; perche; poignée; poignée de porte; portant; prise; tige
knapp noeud bouton; bouton de chemise; bouton de souris; bouton-pression; petit bouton-pression
knopp noeud
knutar loupe; noeud
knöl noeud blessure; bosse; boule; canaille; cinglé; clown; dingo; dingue; fada; inégalité; plouc; péquenot; schnock; schnoque; traumatisme; vieux schnock
korsning carrefour; croisement; embranchement; noeud; noeud routier carrefour; chemin de traverse; croisement; croisée; crucifix; intersection; jonction; passage clouté; passage piéton; passage piétonnier; passage zébré; point d'intersection
korsning för bilar carrefour; croisement; embranchement; noeud; noeud routier
kula noeud balle; cabane; cabine; chaumière; panse; remise
nod noeud ligne nodale; nœud
vred noeud
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knapp juste; limité; petit; petitement; pressant; raide; restreint; serré; ténu; étouffant; étouffé; étroit; étroitement

Synoniemen voor "noeud":


Verwante vertalingen van noeud