Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. jointure:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor jointure (Frans) in het Zweeds

jointure:

jointure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la jointure (articulation des os; articulation)
    fog; skarv
    • fog [-en] zelfstandig naamwoord
    • skarv [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la jointure (articulation)
    uttal
    • uttal [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. la jointure
    knoge
    • knoge zelfstandig naamwoord
  4. la jointure
    koppla
    • koppla werkwoord (kopplar, kopplade, kopplat)

Vertaal Matrix voor jointure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fog articulation; articulation des os; jointure condyle; entrebâillement; joint
knoge jointure os; os à ronger
skarv articulation; articulation des os; jointure condyle; emmanchement; entrebâillement; joint; raccord
uttal articulation; jointure attestation; déclaration; déposition; témoignage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppla jointure accrocher; adhérer; agrafer; associer; attacher; connecter; embrayer; fixer; joindre; lier; mettre en communication; passer quelqu'un; rattacher à; relier à
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppla fusionner

Synoniemen voor "jointure":


Wiktionary: jointure


Cross Translation:
FromToVia
jointure led joint — part of the body where bones join
jointure fogelement; interfix FugenelementLinguistik: eingeschobenes Element zwischen den Bestandteilen (Konstituenten) eines zusammengesetzten Wortes (Kompositums)