Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. indécence:


Frans

Uitgebreide vertaling voor indécence (Frans) in het Zweeds

indécence:

indécence [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'indécence (inconvenance; grossièreté; défaut d'éducation)
    fräckhet; oanständighet
  2. l'indécence (charivari; déshonneur; honte; )
    skandal
    • skandal [-en] zelfstandig naamwoord
  3. l'indécence (inconvenance)
    oanständighet; indiskretion

Vertaal Matrix voor indécence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fräckhet défaut d'éducation; grossièreté; inconvenance; indécence bec; caractère insupportable; défaut d'éducation; groin; grossièreté; gueule; impertinence; impolitesse; indélicatesse; joue; lourdeur; museau; pommette; vulgarité
indiskretion inconvenance; indécence
oanständighet défaut d'éducation; grossièreté; inconvenance; indécence inconvenance
skandal charivari; déshonneur; honte; ignominie; indécence; infamie; scandale honte; ignominie; infamie; scandale

Synoniemen voor "indécence":