Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. incommodité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor incommodité (Frans) in het Zweeds

incommodité:

incommodité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'incommodité (petit mal; infirmité légère; maladie légère)
    brist; åkomma; last; krämpa
    • brist [-en] zelfstandig naamwoord
    • åkomma [-en] zelfstandig naamwoord
    • last [-en] zelfstandig naamwoord
    • krämpa [-en] zelfstandig naamwoord
  2. l'incommodité (maladresse; gaucherie)
    tafatthet

Vertaal Matrix voor incommodité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brist incommodité; infirmité légère; maladie légère; petit mal absence; besoin; disette; défaillance; défaut; déficience; déficit; frugalité; imperfection; infortune; insolvabilité; insuffisance; manque; misère; pauvreté; pénurie; rareté; rupture de stock
krämpa incommodité; infirmité légère; maladie légère; petit mal affection; affection physique; désagrément; inconvénient; maladie chronique
last incommodité; infirmité légère; maladie légère; petit mal cargaison; cargaisons; charge; chargement; charges; embarquement du cargaison; fardeau; établi à étau
tafatthet gaucherie; incommodité; maladresse
åkomma incommodité; infirmité légère; maladie légère; petit mal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krämpa avoir des convulsions

Synoniemen voor "incommodité":


Wiktionary: incommodité


Cross Translation:
FromToVia
incommodité besvär; besvärlighet Beschwernisgehoben: die mit einer Angelegenheit verbundene Mühe oder Anstrengung