Inclinaison in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

inclinaison:
- lutning; böjning; benägenhet; böjelse; inklination; vridning; böja; kurva; snedställning

Frans

Uitgebreide vertaling voor inclinaison (Frans) in het Zweeds

l'inclinaison (affection)
lutning; böjning; benägenhet; böjelse; inklination
- lutning [-en] zelfstandig naamwoord
- böjning [-en] zelfstandig naamwoord
- benägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- böjelse [-en] zelfstandig naamwoord
- inklination [-en] zelfstandig naamwoord
l'inclinaison (rotation; inclination; giration)
böjning; vridning
- böjning [-en] zelfstandig naamwoord
- vridning [-en] zelfstandig naamwoord
l'inclinaison (courbe; boucle; sinuosité; coude; virage; tournant; inclination; flexion)
böja; kurva
- böja [-en] zelfstandig naamwoord
- kurva [-en] zelfstandig naamwoord
l'inclinaison
snedställning
- snedställning

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
benägenhet	affection; inclinaison	caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; responsabilité; sympathies; tempérament; tendance
böja	boucle; coude; courbe; flexion; inclinaison; inclination; sinuosité; tournant; virage
böjelse	affection; inclinaison	altération; angle de pente; caractère; changement; contorsion; convoitise; disposition; désir; flexion nominale; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; revirement; sympathies; tempérament; tendance; twist
böjning	affection; giration; inclinaison; inclination; rotation	bibine; courbe; courbure; déclinaison; flexion; rondeur; tournant
inklination	affection; inclinaison	flexion nominale
kurva	boucle; coude; courbe; flexion; inclinaison; inclination; sinuosité; tournant; virage	bibine; courbe; courbement; courbure; rondeur; tournant
lutning	affection; inclinaison	brai; poix
vridning	giration; inclinaison; inclination; rotation	torsion
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
böja		altérer; arquer; cambrer; changer; conjuguer; courber; décliner; déjeter; fléchir; incurver; infléchir; modifier; plier; recourber; renverser; replier; économiser
kurva		courber; fléchir; plier; recourber; s'incliner; s'incurver; se courber; se tordre; se voûter
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
snedställning	inclinaison

agenouillement; génuflexion; prosternement; abaissement; dévers; du côté de; pente; déversement; dévoiement; déclivité; penchant; descente; bande; gîte; angle; obliquité; amplitude; infléchissement; montée; raidillon; rampe; escarpement

Computer vertaling door derden: