Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fugacité:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fugacité (Frans) in het Zweeds

fugacité:

fugacité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fugacité (nature transitoire; instabilité; volatilité; inconstance)
    förgänglighet; obeständighet
  2. la fugacité (brièveté; inexactitude; caractère superficiel; manque de profondeur)
    sammanfattad

Vertaal Matrix voor fugacité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förgänglighet fugacité; inconstance; instabilité; nature transitoire; volatilité
obeständighet fugacité; inconstance; instabilité; nature transitoire; volatilité inconstance; instabilité; variabilité; versabilité
sammanfattad brièveté; caractère superficiel; fugacité; inexactitude; manque de profondeur

Synoniemen voor "fugacité":