Fracturé in het Zweeds vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

fracturé:
- trasig; trasigt; skadad; bruten; skadat; brutet; sönderslaget; i kras
Wiktionary:
- fracturé → bruten

Frans

Uitgebreide vertaling voor fracturé (Frans) in het Zweeds

fracturé:

fracturé bijvoeglijk naamwoord

fracturé (cassé; brisé; fêlé; rompu; en morceaux)
trasig; trasigt
- trasig bijvoeglijk naamwoord
- trasigt bijvoeglijk naamwoord
fracturé (abîmé; endommagé; cassé; brisé; rompu; en morceaux; troué; crevé; détraqué; lacéré; en pièces; en dérangement; avarié; en lambeaux; variolé; délabré; fêlé; déchiré)
skadad; trasigt; bruten; skadat; brutet
- skadad bijvoeglijk naamwoord
- trasigt bijvoeglijk naamwoord
- bruten bijvoeglijk naamwoord
- skadat bijvoeglijk naamwoord
- brutet bijvoeglijk naamwoord
fracturé (en morceaux; en pièces; cassé; brisé; endommagé; délabré; dévoré; fêlé; rompu; détérioré; lacéré; dans un état triste)
sönderslaget; i kras; trasig; trasigt
- sönderslaget bijvoeglijk naamwoord
- i kras bijvoeglijk naamwoord
- trasig bijvoeglijk naamwoord
- trasigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor fracturé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skadad		accidenté; blessé; victime
trasigt		défaut; errance; erreur; faute; imperfection
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bruten	abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; déchiré; délabré; détraqué; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu; troué; variolé	abîmé; brisé; cassé; craqué; fêlé; rompu
brutet	abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; déchiré; délabré; détraqué; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu; troué; variolé	brisé; cassé; craqué; fêlé; rompu
i kras	brisé; cassé; dans un état triste; délabré; détérioré; dévoré; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu
skadad	abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; déchiré; délabré; détraqué; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu; troué; variolé	atteint; blessé; touché
skadat	abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; déchiré; délabré; détraqué; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu; troué; variolé	abîmé; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; variolé
sönderslaget	brisé; cassé; dans un état triste; délabré; détérioré; dévoré; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu
trasig	brisé; cassé; dans un état triste; délabré; détérioré; dévoré; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu	abîmé; avarié; brisé; cassé; en lambeaux; en pièces; endommagé; fêlé; rompu
trasigt	abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; dans un état triste; déchiré; délabré; détraqué; détérioré; dévoré; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu; troué; variolé	abîmé; avarié; brisé; cassé; défectueux; en dérangement; en lambeaux; en panne; en pièces; endommagé; fêlé; hors d'usage; hors de service; rompu

Synoniemen voor "fracturé":

cassé; brisé; ouvert; rompu; violé

Wiktionary: fracturé

Cross Translation:

From	To	Via
• fracturé	→ bruten	↔ broken — having the bone in pieces, fractured

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van fracturé

Remove Ads

Vertaal fracturé van Frans naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fracturé (Frans) in het Zweeds

fracturé:

fracturé bijvoeglijk naamwoord

fracturé (cassé; brisé; fêlé; rompu; en morceaux)

fracturé (abîmé; endommagé; cassé; brisé; rompu; en morceaux; troué; crevé; détraqué; lacéré; en pièces; en dérangement; avarié; en lambeaux; variolé; délabré; fêlé; déchiré)

fracturé (en morceaux; en pièces; cassé; brisé; endommagé; délabré; dévoré; fêlé; rompu; détérioré; lacéré; dans un état triste)

Vertaal Matrix voor fracturé:

Synoniemen voor "fracturé":

Wiktionary: fracturé

Verwante vertalingen van fracturé