Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. faucillon:


Frans

Uitgebreide vertaling voor faucillon (Frans) in het Zweeds

faucillon:

faucillon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le faucillon (faucille; croissant)
    skära
    • skära [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faucillon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skära croissant; faucille; faucillon coupure; intersection; recoupement; serpe; serpette; ébranchoir
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skära cingler; cisailler; couper; couper en deux; craquer; crisser; croasser; créneler; diviser; entailler; entamer; entrecouper; faire des entailles; faire un clic; faucher; fouetter; frotter; graver sur bois; grincer; irriter; jouer avec effet; mordre; piquer; polir; raboter; racler; râper; sculpter sur bois; tailler; trancher