Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal espagnol

Vertaal espagnol van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

espagnol:
- spansk; spanskt; Spansk; Spanskt
- spanjor; spanjorska
Wiktionary:
- espagnol → spanska
- espagnol → spansk
- espagnol → spansk, spanska

Frans

Uitgebreide vertaling voor espagnol (Frans) in het Zweeds

espagnol:

espagnol bijvoeglijk naamwoord

espagnol
spansk; spanskt
- spansk bijvoeglijk naamwoord
- spanskt bijvoeglijk naamwoord
espagnol
Spansk; Spanskt
- Spansk bijvoeglijk naamwoord
- Spanskt bijvoeglijk naamwoord

espagnol [le ~] zelfstandig naamwoord

l'espagnol
spanjor; spanjorska
- spanjor [-en] zelfstandig naamwoord
- spanjorska [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor espagnol:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spanjor	espagnol
spanjorska	espagnol
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Spansk	espagnol
Spanskt	espagnol
spansk	espagnol
spanskt	espagnol

Synoniemen voor "espagnol":

hispanique; ibérique; ibère; portugais; lusitanien

Wiktionary: espagnol

espagnol

noun

linguistique|nocat=1 Une des langues officielles de l’Espagne et de nombreux pays du continent américain.
- espagnol → spanska

adjective

Relatif à l’Espagne
- espagnol → spansk

Cross Translation:

From	To	Via
• espagnol	→ spansk	↔ Spanish — of or pertaining to Spain
• espagnol	→ spanska	↔ Spanish — Romance language of Spain and the Americas
• espagnol	→ spanska	↔ Spaans — een taal die oorspronkelijk werd gesproken in (het centrale deel van) Spanje, maar nu ook in alle Zuid- en Midden-Amerikaanse landen, met uitzondering van Brazilië en de Guyana's
• espagnol	→ spanska	↔ Spanisch — romanische Sprache, die in Spanien und großen Teilen Nordamerika, Südamerika und Mittelamerikas gesprochen wird
• espagnol	→ spansk	↔ spanisch — zu Spanien gehörig, aus Spanien kommend
• espagnol	→ spansk	↔ spanisch — zum Volk der Spanier gehörig, in der Art und Weise der Spanier
• espagnol	→ spansk	↔ spanisch — nicht steigerbar: zur Sprache Spanisch gehörig