Frans
Uitgebreide vertaling voor diffus (Frans) in het Zweeds
diffus:
-
diffus (embrouillé)
diffus; utspridd; utspritt; diffust; kringsprit-
diffus bijvoeglijk naamwoord
-
utspridd bijvoeglijk naamwoord
-
utspritt bijvoeglijk naamwoord
-
diffust bijvoeglijk naamwoord
-
kringsprit bijvoeglijk naamwoord
-
-
diffus (prolixe; verbeux; de façon prolixe; vermeusement; verbeuse)
-
diffus (crépusculaire; tamisé; faible; voilé)
-
diffus (détaillé; élaboré; approfondi; étendu; de façon détaillée; de façon prolixe; large; grand; étendue; largement; spacieux; en détail; vaste; ample; amplement; extensif; circonstancié; verbeux; verbeuse; verbeusement; dans le détail)
detaljerat; genomarbetad; genomarbetat-
detaljerat bijvoeglijk naamwoord
-
genomarbetad bijvoeglijk naamwoord
-
genomarbetat bijvoeglijk naamwoord
-
-
diffus (bouleversé; confondu; confus; sens dessus dessous; renversé; obscur; compliqué; complexe; brouillon; sophistiqué; à l'envers; embrouillé; emmêlé)
förbryllad; förbryllat; förvirrat-
förbryllad bijvoeglijk naamwoord
-
förbryllat bijvoeglijk naamwoord
-
förvirrat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor diffus:
Synoniemen voor "diffus":
Computer vertaling door derden: