Définitif in het Zweeds vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

définitif:
- slutgiltigt; definitiv; definitivt; permanent; oåterkallelig; oåterkalleligt; nödvändigt; oundvikligt
Wiktionary:
- définitif → definitiv

Frans

Uitgebreide vertaling voor définitif (Frans) in het Zweeds

définitif:

définitif bijvoeglijk naamwoord

définitif (définitivement; permanent; fixe; irrévocable; pour toujours; pour de bon; établi; certain)
slutgiltigt; definitiv; definitivt; permanent
- slutgiltigt bijvoeglijk naamwoord
- definitiv bijvoeglijk naamwoord
- definitivt bijvoeglijk naamwoord
- permanent bijvoeglijk naamwoord
définitif (irrévocable; ultime; décisif; final)
oåterkallelig; oåterkalleligt
- oåterkallelig bijvoeglijk naamwoord
- oåterkalleligt bijvoeglijk naamwoord
définitif (inévitable; irrévocable; irréfutable; nécessaire; certain; nécessairement; inéluctable; définitivement; d'urgence)
nödvändigt; definitivt; oundvikligt; oåterkallelig; definitiv; oåterkalleligt
- nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
- definitivt bijvoeglijk naamwoord
- oundvikligt bijvoeglijk naamwoord
- oåterkallelig bijvoeglijk naamwoord
- definitiv bijvoeglijk naamwoord
- oåterkalleligt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor définitif:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nödvändigt		adversité; détresse; indigence; misère; nécessité; pauvreté
permanent		boucles; permanente
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
definitiv	certain; d'urgence; définitif; définitivement; fixe; inéluctable; inévitable; irréfutable; irrévocable; nécessaire; nécessairement; permanent; pour de bon; pour toujours; établi	effectivement; en effet; mais si; quand même; si; tout de même; vraiment
definitivt	certain; d'urgence; définitif; définitivement; fixe; inéluctable; inévitable; irréfutable; irrévocable; nécessaire; nécessairement; permanent; pour de bon; pour toujours; établi
nödvändigt	certain; d'urgence; définitif; définitivement; inéluctable; inévitable; irréfutable; irrévocable; nécessaire; nécessairement	avec urgence; critique; crucial; d'urgence; de base; de première nécessité; décisif; essentiel; essentielle; exigé; foncièrement; fondamental; imminent; indispensable; intrinsèque; inéluctable; inévitable; nécessaire; nécessairement; pressant; pressé; requis; serré; urgent; vital; élementaire; élémentaire
oundvikligt	certain; d'urgence; définitif; définitivement; inéluctable; inévitable; irréfutable; irrévocable; nécessaire; nécessairement	essentiel; exigé; impitoyable; indispensable; inexorable; inflexible; intraitable; inévitable; nécessaire; nécessairement; requis
oåterkallelig	certain; d'urgence; décisif; définitif; définitivement; final; inéluctable; inévitable; irréfutable; irrévocable; nécessaire; nécessairement; ultime
oåterkalleligt	certain; d'urgence; décisif; définitif; définitivement; final; inéluctable; inévitable; irréfutable; irrévocable; nécessaire; nécessairement; ultime
permanent	certain; définitif; définitivement; fixe; irrévocable; permanent; pour de bon; pour toujours; établi	constamment; constant; continuel; durable; permanent; sans cesse; sans interruption; tout le temps
slutgiltigt	certain; définitif; définitivement; fixe; irrévocable; permanent; pour de bon; pour toujours; établi	terminal

Synoniemen voor "définitif":

concluant; convaincant; décisif; irrésistible; probant; fixe; immobile; immuable; permanent; sédentaire; invariable; stable; ferme; irrévocable; constant; arrêté; assuré; régulier; insurmontable; infranchissable; invincible; impossible; irrattrapable; irréparable; irrémédiable; funeste; malheureux; néfaste; décidé; formel; inadmissible; péremptoire; résolu

Wiktionary: définitif

Cross Translation:

From	To	Via
• définitif	→ definitiv	↔ definitiv — ohne Möglichkeit einer Veränderung

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van définitif

Remove Ads

Vertaal définitif van Frans naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor définitif (Frans) in het Zweeds

définitif:

définitif bijvoeglijk naamwoord

définitif (définitivement; permanent; fixe; irrévocable; pour toujours; pour de bon; établi; certain)

définitif (irrévocable; ultime; décisif; final)

définitif (inévitable; irrévocable; irréfutable; nécessaire; certain; nécessairement; inéluctable; définitivement; d'urgence)

Vertaal Matrix voor définitif:

Synoniemen voor "définitif":

Wiktionary: définitif

Verwante vertalingen van définitif