Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. débris:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor débris (Frans) in het Zweeds

débris:

débris [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le débris (déchets; décombres; gravats; ordures)
    avfall; sopor; skräp
    • avfall [-ett] zelfstandig naamwoord
    • sopor zelfstandig naamwoord
    • skräp [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. le débris
    grovkornig sand

Vertaal Matrix voor débris:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avfall débris; déchets; décombres; gravats; ordures dissipation; déchet; détritus; gaspillage; immondices; ombres mouvantes; ordures ménagères
grovkornig sand débris
skräp débris; déchets; décombres; gravats; ordures balle; brimborions; camelote; chiffe; chiffon; courrier indésirable; flocons; gnognotte; guenille; haillon; loque; pacotille; paille; papier; petit coupon; torchon
sopor débris; déchets; décombres; gravats; ordures babioles; immondices; ordures ménagères

Synoniemen voor "débris":


Wiktionary: débris


Cross Translation:
FromToVia
débris bråte rubble — the broken remains of an object, usually rock or masonry

Verwante vertalingen van débris