Cycle in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

cycle:
- cykel; förföljning; cyclus; period; ålder; kedja; kretslopp; cykliskt förlopp; utvecklingfas; rad
Wiktionary:
- cycle → cykel, program, mellanstadie

Frans

Uitgebreide vertaling voor cycle (Frans) in het Zweeds

le cycle (vélo; bicyclette; deux roues; bécane)
cykel
- cykel [-en] zelfstandig naamwoord
le cycle (séquence; série)
förföljning; cyclus
- förföljning zelfstandig naamwoord
- cyclus zelfstandig naamwoord
le cycle (ère; période; époque; temps; an; saison)
period; ålder
- period [-en] zelfstandig naamwoord
- ålder [-en] zelfstandig naamwoord
le cycle (enchaînement; chaîne; collier; chaînette; séquence)
kedja
- kedja [-en] zelfstandig naamwoord
le cycle (évolution cyclique; circuit)
kretslopp; cykliskt förlopp
- kretslopp [-ett] zelfstandig naamwoord
- cykliskt förlopp zelfstandig naamwoord
le cycle (phase de développement; phase; étape; époque; stade; temps; niveau; période; degré)
utvecklingfas
- utvecklingfas zelfstandig naamwoord
le cycle (rangée; série; séquence; collection; suite; gamme)
rad
- rad [-en] zelfstandig naamwoord
le cycle (suite; gamme; séquence; série; rangée)
cyclus
- cyclus zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cyclus	cycle; gamme; rangée; suite; séquence; série
cykel	bicyclette; bécane; cycle; deux roues; vélo	bicyclette; deux-roues; vélo
cykliskt förlopp	circuit; cycle; évolution cyclique
förföljning	cycle; séquence; série
kedja	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	addition; chaîne; embranchement; enchaînement; entrave; fers; menotte; succession; série
kretslopp	circuit; cycle; évolution cyclique	circulation
period	an; cycle; période; saison; temps; ère; époque	délai; espace de temps; laps de temps; période; temps d'écoulement
rad	collection; cycle; gamme; rangée; suite; séquence; série	ballade en canot; bande; barre; chaînes; concaténations; corde; câble; embouteillage; enfilades; file; ligne; ordre; queue; rang; rangs; rangée; rangées; règle; succession; successions; suite; suites; séquence; série; séries
utvecklingfas	cycle; degré; niveau; phase; phase de développement; période; stade; temps; époque; étape
ålder	an; cycle; période; saison; temps; ère; époque	ancienneté; grand âge; siècle; vieillesse; âge; âge avancé; ère; époque
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kedja		captiver; enchaîner; joindre; lier; ligoter; passer les menottes; prendre; relier; saisir

Cross Translation:

From	To	Via
• cycle	→ cykel	↔ cycle — process
• cycle	→ program	↔ cycle — program on a washing machine
• cycle	→ mellanstadie	↔ middle school — school contain both primary and secondary students
• cycle	→ cykel	↔ Zyklus — regelmäßige Wiederkehr