Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal composant

Vertaal composant van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

composant:
- element; del; beståndsdel; ingrediens; faktor; komponent; funktion
Wiktionary:
- composant → komponent, beståndsdel

Frans

Uitgebreide vertaling voor composant (Frans) in het Zweeds

composant:

composant [le ~] zelfstandig naamwoord

le composant (ingrédient de base; part; partie; élément de base; morceau; section; segment; fraction; rayon; ingrédient; membre; branche; portion; catégorie; groupe parlementaire; ration; titre; action)
element; del; beståndsdel; ingrediens
- element [-ett] zelfstandig naamwoord
- del [-en] zelfstandig naamwoord
- beståndsdel [-en] zelfstandig naamwoord
- ingrediens [-en] zelfstandig naamwoord
le composant (facteur; élément)
faktor
- faktor [-en] zelfstandig naamwoord
le composant
komponent
- komponent
le composant (fonctionnalité)
funktion
- funktion [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor composant:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beståndsdel	action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
del	action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base	article; bloc; bout; composition; fraction; fragment; grog au citron; morceau; nom; parcelle; part; participation; particule; partie; petit bout; petit débris; petit morceau; petit peu; petite pièce; portion; publication; quartier; ration; segment
element	action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base	radiateur; élément
faktor	composant; facteur; élément	facteur
funktion	composant; fonctionnalité	attribut; fonction; fonctionnalité; qualité
ingrediens	action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
komponent	composant	composant de solution

Synoniemen voor "composant":

élément; transigeant; agençant; constituant; caractéristique; essentiel; fondamental; ingrédient; formant; créant; instaurant; établissant; organisant; édifiant; construisant; diode; valve; anode; cathode; apport; assaisonnement; épice

Wiktionary: composant

Cross Translation:

From	To	Via
• composant	→ komponent	↔ component — smaller, self-contained part of larger entity
• composant	→ beståndsdel	↔ Bestandteil — ein Teil eines Objektes oder eines kompletten Ganzen

Verwante vertalingen van composant

composant principal