Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cohue:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cohue (Frans) in het Zweeds

cohue:

cohue [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cohue (foule; bousculade; animation; affluence; poussée)
    flöde; brådska; ståhej; liv; väsen; rusning
    • flöde [-ett] zelfstandig naamwoord
    • brådska [-en] zelfstandig naamwoord
    • ståhej [-ett] zelfstandig naamwoord
    • liv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • väsen zelfstandig naamwoord
    • rusning [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la cohue (bousculade)
    febrilitet; hektiskhet
  3. la cohue (bruit; rumeur; vacarme; )
    oljud; tumult
    • oljud [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. la cohue (multitude de personnes; tumulte; masse; )
    folkmassa
  5. la cohue (foule; masse; monde)
    folkmassa; vimmel
    • folkmassa [-en] zelfstandig naamwoord
    • vimmel [-ett] zelfstandig naamwoord
  6. la cohue (tumulte; effervescence; émoi; )
    rabalder; tumult
    • rabalder [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cohue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brådska affluence; animation; bousculade; cohue; foule; poussée agilité; brouhaha; bruit; empressement; hâte; marmonnement; murmure; précipitation; rumeur; vacarme
febrilitet bousculade; cohue
flöde affluence; animation; bousculade; cohue; foule; poussée chasse d'eau; flux; gamme; membre de dimension de flux; rinçage
folkmassa activité; affairement; affluence; bousculade; cohue; foule; masse; monde; multitude de personnes; presse; tumulte affluence; foule; masse
hektiskhet bousculade; cohue
liv affluence; animation; bousculade; cohue; foule; poussée chamailleries; constance; durabilité; engueulades; esclandre; existence; immutabilité; petite vie; présence; querelles; réalité; scandale; stabilité; tam-tam; tapage; tumulte; vie; vies
oljud bruit; cabale; chahut; cohue; fracas; rumeur; tapage; tumulte; vacarme brouhaha; bruit; chahut; chichis; nuissance phonique; nuissance sonore; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme
rabalder bousculade; chahut; charivari; cohue; effervescence; presse; tumulte; vacarme; émoi agitation; bagarre; bruit; cas; combat de boxe; commotion; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; éclat; émeute
rusning affluence; animation; bousculade; cohue; foule; poussée assauts; ruées
ståhej affluence; animation; bousculade; cohue; foule; poussée
tumult bousculade; bruit; cabale; chahut; charivari; cohue; effervescence; fracas; presse; rumeur; tapage; tumulte; vacarme; émoi agitation; attroupement; bagarre; brouhaha; bruit; cas; chahut; combat de boxe; commotion; confusion; esclandre; excitation; grand bruit; insurrection; match de boxe; pugilat; rassemblement; remous; rébellion; révolte; scandale; sensation; tam-tam; tapage; trouble; tumulte; vacarme; éclat; émeute; émoi
vimmel cohue; foule; masse; monde poussée
väsen affluence; animation; bousculade; cohue; foule; poussée agitation; bagarre; brouhaha; bruit; cas; chichis; combat de boxe; commotion; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rumeur; rébellion; révolte; tam-tam; tapage; trouble; tumulte; vacarme; éclat; émeute
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brådska s'empresser; se dépêcher; se hâter; se presser; se précipiter

Synoniemen voor "cohue":


Wiktionary: cohue


Cross Translation:
FromToVia
cohue trängsel Gedränge — Situation, in der viele Leute auf engem Raum sind