Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. coïncidence:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor coïncidence (Frans) in het Zweeds

coïncidence:

coïncidence [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la coïncidence (hasard)
    tillfällighet; sammanträffande
  2. la coïncidence (correspondence)
    falla ihop
  3. la coïncidence
    gå ihop

Vertaal Matrix voor coïncidence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falla ihop correspondence; coïncidence
gå ihop coïncidence
sammanträffande coïncidence; hasard concours
tillfällighet coïncidence; hasard
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falla ihop céder; rouler à terre; répandre; s'affouiller; s'effondrer; s'ébouler; s'écraser; s'écrouler; se creuser; succomber; tomber; tomber en bas; écorcher
gå ihop aller de pair; aller ensemble; concorder; confluer; convenir à; correspondre à; fusionner; harmoniser; joindre; réunir; s'accorder à; syntoniser

Synoniemen voor "coïncidence":


Wiktionary: coïncidence

coïncidence
noun
  1. État des choses qui arrivent en même temps

Cross Translation:
FromToVia
coïncidence slump toeval — een gebeurtenis of omstandigheid die vooraf niet te voorzien of niet te berekenen is geweest
coïncidence koincidens Koinzidenz — zeitliches (seltener auch räumliches) Zusammentreffen von Ereignissen