Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. carence:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor carence (Frans) in het Zweeds

carence:

carence [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la carence (déficit; manque; insuffisance; )
    underskott
  2. la carence (impuissance; incapacité; faiblesse)
    styrklös

Vertaal Matrix voor carence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
styrklös carence; faiblesse; impuissance; incapacité
underskott carence; disette; défaut; défiance; déficit; insuffisance; manque; pénurie découverts; déficit; déficits

Synoniemen voor "carence":


Wiktionary: carence


Cross Translation:
FromToVia
carence brist deficiency — Insufficiency

Verwante vertalingen van carence