Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal canaille

Vertaal canaille van Frans naar Zweeds

Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. canaille:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor canaille (Frans) in het Zweeds

canaille:

canaille [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la canaille (conasse; fils de garce; con; )
    fitta
    • fitta [-en] zelfstandig naamwoord !
  2. la canaille (chien; salopard; salop; )
    skithuvud; bastard
  3. la canaille (racaille; bas peuple; élevage; )
    slödder
  4. la canaille (vauriens; fripons; fripouilles; espiègles; voyous)
    lymlar; drumlar; slynglar
  5. la canaille (racaille; plèbe; populace; bas peuple; foule)
    pack; slödder; patrask
    • pack [-ett] zelfstandig naamwoord
    • slödder [-ett] zelfstandig naamwoord
    • patrask [-ett] zelfstandig naamwoord
  6. la canaille (brigand; coquin; voyou; )
    usling; skurk; bov
    • usling [-en] zelfstandig naamwoord
    • skurk [-en] zelfstandig naamwoord
    • bov [-en] zelfstandig naamwoord
  7. la canaille (salaud; con; fripouille; )
    skurk
    • skurk [-en] zelfstandig naamwoord
  8. la canaille (crapule)
    bakomlistig person
  9. la canaille (racaille; populace)
    pack; pöbel; slödder; patrask
    • pack [-ett] zelfstandig naamwoord
    • pöbel [-en] zelfstandig naamwoord
    • slödder [-ett] zelfstandig naamwoord
    • patrask [-ett] zelfstandig naamwoord
  10. la canaille
    usling; gemen person; skurk
  11. la canaille
    knöl; kruka; ynkrygg; byracka; hundracka
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • kruka [-en] zelfstandig naamwoord
    • ynkrygg [-en] zelfstandig naamwoord
    • byracka [-en] zelfstandig naamwoord
    • hundracka [-en] zelfstandig naamwoord
  12. la canaille (virage; tournant; rebut)
    avskum; drägg
    • avskum [-ett] zelfstandig naamwoord
    • drägg [-ett] zelfstandig naamwoord
  13. la canaille (camelote; mousse; plèbe; racaille)
    avskum; drägg; ohyra
    • avskum [-ett] zelfstandig naamwoord
    • drägg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ohyra [-en] zelfstandig naamwoord
  14. la canaille (foule; racaille; populace; plèbe)
    kull; ruvning; liggning på ägg
  15. la canaille (polisson; fripouille; faux jeton; )
    busunge; rackare
    • busunge [-en] zelfstandig naamwoord
    • rackare [-en] zelfstandig naamwoord
  16. la canaille (emmerdeur; connard; casse-cul; )
    kryp; äckel
    • kryp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • äckel [-ett] zelfstandig naamwoord
  17. la canaille (racaille; plèbe; bas peuple)
    avskum
    • avskum [-ett] zelfstandig naamwoord
  18. la canaille (camelote; racaille; plèbe)
    ohyra; parasit; skadedjur
    • ohyra [-en] zelfstandig naamwoord
    • parasit [-en] zelfstandig naamwoord
    • skadedjur [-ett] zelfstandig naamwoord
  19. la canaille (gredin; coquin; vaurien; )
    skojare; bov; skurk; lymmel
    • skojare [-en] zelfstandig naamwoord
    • bov [-en] zelfstandig naamwoord
    • skurk [-en] zelfstandig naamwoord
    • lymmel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor canaille:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avskum bas peuple; camelote; canaille; mousse; plèbe; racaille; rebut; tournant; virage
bakomlistig person canaille; crapule
bastard canaille; chien; con; crapule; méchant; salaud; salop; salopard
bov bandit; brigand; canaille; casse-cul; charogne; coquin; crapule; criminel; délinquant; emmerdeur; fripon; fripouille; garnement; gredin; jeune délinquant; malfrat; mauvais garnement; misérable; polisson; polissonne; sacripant; sale type; scélérat; truand; vaurien; voyou bandit; brigand; clown; con; connaud; coquin; couillon; criminel; diablotin; enculé; enfoiré; espiègle; farceur; gaillard; gangster; malfaiteur; misérable; paillasse; plaisantin; réprouvé; salaud; saligaud; scélérat; taquin
busunge animal; brigand; canaille; cochon; coquin; crapule; faux jeton; fripon; fripouille; gredin; laideron; polisson; salaud; vilain type bougres; mendiants
byracka canaille chien de canardière
drumlar canaille; espiègles; fripons; fripouilles; vauriens; voyous
drägg camelote; canaille; mousse; plèbe; racaille; rebut; tournant; virage
fitta canaille; con; conasse; crapule; fils de garce; idiot; mufle; raté; vache chatte; con; tirelire
gemen person canaille
hundracka canaille
knöl canaille blessure; bosse; boule; cinglé; clown; dingo; dingue; fada; inégalité; noeud; plouc; péquenot; schnock; schnoque; traumatisme; vieux schnock
kruka canaille broc; cruche; cruchon; jarre; pichet; pot; verseuse
kryp canaille; casse-cul; con; connard; coquin; emmerdeur; misérable; pus; triste sire insectes
kull canaille; foule; plèbe; populace; racaille
liggning på ägg canaille; foule; plèbe; populace; racaille
lymlar canaille; espiègles; fripons; fripouilles; vauriens; voyous crapules; hypocrites; types douteux
lymmel canaille; coquin; fripon; fripouille; gredin; polisson; vaurien clown; coquin; diablotin; espiègle; farceur; gaillard; gamin; garnement; malappris; mec; misérable; paillasse; peste; petit brigand; petit vilain; plaisantin; polisson; vaurien; vilain; voyou
ohyra camelote; canaille; mousse; plèbe; racaille animaux nuisibles; vermine
pack bas peuple; canaille; foule; plèbe; populace; racaille populace
parasit camelote; canaille; plèbe; racaille animaux nuisibles; parasite; pique-assiette; profiteur; vermine
patrask bas peuple; canaille; foule; plèbe; populace; racaille populace
pöbel canaille; populace; racaille crève-la-faim; miséreux; populo; traîne-misère
rackare animal; brigand; canaille; cochon; coquin; crapule; faux jeton; fripon; fripouille; gredin; laideron; polisson; salaud; vilain type bandit; bougres; con; connaud; coquin; couillon; délinquant; enculé; enfoiré; garnement; gredin; malappris; malfrat; mendiants; petit brigand; petit gredin; petit vilain; polisson; salaud; saligaud; truand; vaurien; voyou
ruvning canaille; foule; plèbe; populace; racaille couvée; descendance; enfants; lignée; nichée; progéniture; rejetons
skadedjur camelote; canaille; plèbe; racaille animaux nuisibles; vermine
skithuvud canaille; chien; con; crapule; méchant; salaud; salop; salopard andouille; con; plouc; péquenot; salopard
skojare canaille; coquin; fripon; fripouille; gredin; polisson; vaurien adulateurs; archifripon; clowns; comiques; comédiennes; comédiens; crapules; diablotin; enjôleurs; escrocs; espiègle; faux jetons; flatteurs; fricoteur; fricoteurs; gamin; gâte-métier; hypocrites; imposteur fieffé; langues dorées; menteur de la plus belle espèce; menteur fieffé; plaisantins; polisson; tricheurs; types douteux
skurk bandit; brigand; canaille; casse-cul; charogne; cochon; con; coquin; crapule; criminel; délinquant; emmerdeur; fripon; fripouille; garnement; gredin; jeune délinquant; malfrat; mauvais garnement; misérable; polisson; polissonne; sacripant; salaud; sale type; scélérat; truand; vaurien; voyou bandit; brigand; clochard; con; connaud; coquin; couillon; criminel; dupeur; enculé; enfoiré; escroc; gangster; imposteur; malfaiteur; mendiant; réprouvé; salaud; saligaud; scélérat; taquin; trompeur; vaurien
slynglar canaille; espiègles; fripons; fripouilles; vauriens; voyous crapules; hypocrites; types douteux
slödder bas peuple; camelote; canaille; culture; foule; plèbe; populace; racaille; élevage populace
usling bandit; brigand; canaille; casse-cul; charogne; coquin; crapule; criminel; délinquant; emmerdeur; fripon; fripouille; garnement; gredin; jeune délinquant; malfrat; mauvais garnement; misérable; polisson; polissonne; sacripant; sale type; scélérat; truand; vaurien; voyou clochard; con; connaud; couillon; enculé; enfoiré; mendiant; salaud; saligaud; scélérat
ynkrygg canaille
äckel canaille; casse-cul; con; connard; coquin; emmerdeur; misérable; pus; triste sire affreux bonhomme; horreur; lourdaud; sale type; type inquiétant; type répugnant; âne mâle

Synoniemen voor "canaille":


Wiktionary: canaille

canaille
noun
  1. péjoratif|fr (term, Collectif) vil populace.
adjective
  1. Qualifie une vulgarité non naturelle.
Cross Translation:
FromToVia
• canaille → skurk; bov; niding ↔ Halunke — (abwertend)
• canaille → fähund; hund ↔ Hund — Schimpfwort für: einen gerissenen, gemeinen, hinterhältigen oder brutalen Mitmenschen
• canaille → kanalje ↔ Kanaille — Schimpfwort, einen Menschen als Schurken bezeichnend
• canaille → slödder; pack; kanalje ↔ Kanaille — kein Plural, veraltet: Menschenmenge aus heruntergekommenen oder zwielichtigen Personen
• canaille → lymmel; rackare; slyngel ↔ rascal — someone who is naughty
• canaille → skurk ↔ rogue — a scoundrel, rascal or unprincipled, deceitful, and unreliable person

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van canaille




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.2854 seconde
Page rendered in 1.0 seconds