Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. butor:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor butor (Frans) in het Zweeds

butor:

butor [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le butor (malotru; rustre; mufle)
    tölp; buffel; slyngel; drummel
    • tölp [-en] zelfstandig naamwoord
    • buffel [-en] zelfstandig naamwoord
    • slyngel [-en] zelfstandig naamwoord
    • drummel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le butor
    rördrom

Vertaal Matrix voor butor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buffel butor; malotru; mufle; rustre boeuf à bosse; buffle; cruche; dadais; imbécile; nigaud; plouc
drummel butor; malotru; mufle; rustre balourd; chiffe; cruche; dadais; flandrin; imbécile; lourdaud; mufle; nigaud; peste; plouc
rördrom butor
slyngel butor; malotru; mufle; rustre coquin; cruche; dadais; espiègle; garnement; imbécile; mec; nigaud; peste; petit brigand; plouc; polisson; vilain
tölp butor; malotru; mufle; rustre balourd; cruche; cutéreux; dadais; fermier; imbécile; lourdaud; nigaud; nonchalant; négligent; paysan; plouc; péquenot

Synoniemen voor "butor":


Wiktionary: butor


Cross Translation:
FromToVia
butor rördrom bittern — bird of the family Ardeidae