Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal bruine

Vertaal bruine van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

bruine:
- duggregn; småregn
bruiner:
- regna; strila
Wiktionary:
- bruine → dugg
- bruine → duggregn
- bruiner → dugga
- bruiner → duggregna, dugga

Frans

Uitgebreide vertaling voor bruine (Frans) in het Zweeds

bruine:

bruine [la ~] zelfstandig naamwoord

la bruine (crachin; brouillasse; pluie fine)
duggregn; småregn
- duggregn [-ett] zelfstandig naamwoord
- småregn zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bruine:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
duggregn	brouillasse; bruine; crachin; pluie fine
småregn	brouillasse; bruine; crachin; pluie fine

Synoniemen voor "bruine":

brouillard; brume; crachin; embrun; frimas; vapeur; brouillasse; pluie; ondée; averse; giboulée; déluge; orage

Wiktionary: bruine

bruine

noun

météorol|fr Petite pluie très fine et ordinairement froide qui tombe lentement.
- bruine → dugg

Cross Translation:

From	To	Via
• bruine	→ duggregn	↔ drizzle — light rain
• bruine	→ duggregn	↔ motregen — fijne, zachte regen
• bruine	→ duggregn	↔ Nieselregen — eine Form von Niederschlag bestehend aus Tröpfchen mit einem Durchmesser kleiner als 0,5 mm
• bruine	→ duggregn	↔ Sprühregen — eine Form von Niederschlag bestehend aus Tröpfchen mit einem Durchmesser kleiner als 0,5 mm

bruiner:

bruiner werkwoord (bruine, bruines, bruinons, bruinez, bruinent, bruinais, bruinait, bruinions, bruiniez, bruinaient, bruinai, bruinas, bruina, bruinâmes, bruinâtes, bruinèrent, bruinerai, bruineras, bruinera, bruinerons, bruinerez, bruineront)

bruiner
regna; strila
- regna werkwoord (regnar, regnade, regnat)
- strila werkwoord (strilar, strilade, strilat)

Conjugations for bruiner:

Présent

bruine
bruines
bruine
bruinons
bruinez
bruinent

imparfait

bruinais
bruinais
bruinait
bruinions
bruiniez
bruinaient

passé simple

bruinai
bruinas
bruina
bruinâmes
bruinâtes
bruinèrent

futur simple

bruinerai
bruineras
bruinera
bruinerons
bruinerez
bruineront

subjonctif présent

que je bruine
que tu bruines
qu'il bruine
que nous bruinions
que vous bruiniez
qu'ils bruinent

conditionnel présent

bruinerais
bruinerais
bruinerait
bruinerions
bruineriez
bruineraient

passé composé

ai bruiné
as bruiné
a bruiné
avons bruiné
avez bruiné
ont bruiné

divers

bruine!
bruinez!
bruinons!
bruiné
bruinant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor bruiner:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
regna	bruiner	pleuvoir
strila	bruiner	asperger; mouiller; s'égouter

Synoniemen voor "bruiner":

brouillasser; brumasser; crachiner; pleuviner; pleuvoter; pluvioter; pleuvoir; goutter; pleuvasser; affluer

Wiktionary: bruiner

bruiner

verb

Pleuvoir de la bruine
- bruiner → dugga

Cross Translation:

From	To	Via
• bruiner	→ duggregna; dugga	↔ drizzle — to rain lightly

Verwante vertalingen van bruine

peinture à la bruine