Frans
Uitgebreide vertaling voor bricolage (Frans) in het Zweeds
bricolage:
-
le bricolage (bousillage; brouillon; pagaille; bazar; saletés; gribouillage; bâclage)
-
le bricolage (travail d'amateur)
-
le bricolage
gör det själv-arbete; gör det själv-jobb-
gör det själv-arbete zelfstandig naamwoord
-
gör det själv-jobb zelfstandig naamwoord
-
-
le bricolage (bousillage; maladresse; niaiserie; tripotage; inhabilité; musardise; pataugeage; musarderie)
förfuskande; tillrörande; bortschabblande-
förfuskande zelfstandig naamwoord
-
tillrörande zelfstandig naamwoord
-
bortschabblande zelfstandig naamwoord
-
-
le bricolage (tricherie)
mixtrande; fingrande; manipulerande-
mixtrande zelfstandig naamwoord
-
fingrande zelfstandig naamwoord
-
manipulerande zelfstandig naamwoord
-
-
le bricolage (travail du foyer)
hemarbetsamhet-
hemarbetsamhet zelfstandig naamwoord
-