Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal bricolage

Vertaal bricolage van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

bricolage:
- klåperi; fuskverk; plockande; fingrande; knåpande; pillande; gör det själv-arbete; gör det själv-jobb; tillrörande; bortschabblande; förfuskande; mixtrande; manipulerande; hemarbetsamhet

Frans

Uitgebreide vertaling voor bricolage (Frans) in het Zweeds

bricolage:

bricolage [le ~] zelfstandig naamwoord

le bricolage (bousillage; brouillon; pagaille; bazar; saletés; gribouillage; bâclage)
klåperi; fuskverk
- klåperi [-ett] zelfstandig naamwoord
- fuskverk [-ett] zelfstandig naamwoord
le bricolage (travail d'amateur)
plockande; fingrande; knåpande; pillande
- plockande zelfstandig naamwoord
- fingrande zelfstandig naamwoord
- knåpande zelfstandig naamwoord
- pillande zelfstandig naamwoord
le bricolage
gör det själv-arbete; gör det själv-jobb
- gör det själv-arbete zelfstandig naamwoord
- gör det själv-jobb zelfstandig naamwoord
le bricolage (bousillage; maladresse; niaiserie; tripotage; inhabilité; musardise; musarderie; pataugeage)
tillrörande; bortschabblande; förfuskande
- tillrörande zelfstandig naamwoord
- bortschabblande zelfstandig naamwoord
- förfuskande zelfstandig naamwoord
le bricolage (tricherie)
mixtrande; manipulerande; fingrande
- mixtrande zelfstandig naamwoord
- manipulerande zelfstandig naamwoord
- fingrande zelfstandig naamwoord
le bricolage (travail du foyer)
hemarbetsamhet
- hemarbetsamhet zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bricolage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bortschabblande	bousillage; bricolage; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pataugeage; tripotage
fingrande	bricolage; travail d'amateur; tricherie	doigté
fuskverk	bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés
förfuskande	bousillage; bricolage; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pataugeage; tripotage
gör det själv-arbete	bricolage
gör det själv-jobb	bricolage
hemarbetsamhet	bricolage; travail du foyer
klåperi	bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés
knåpande	bricolage; travail d'amateur
manipulerande	bricolage; tricherie
mixtrande	bricolage; tricherie
pillande	bricolage; travail d'amateur
plockande	bricolage; travail d'amateur
tillrörande	bousillage; bricolage; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pataugeage; tripotage

Synoniemen voor "bricolage":

entretien; raccommodage; rafistolage; réfection; reprise; réparation; replâtrage