Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bouée:
  2. Wiktionary:
    • bouée → boj
    • bouée → boj


Frans

Uitgebreide vertaling voor bouée (Frans) in het Zweeds

bouée:

bouée [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bouée (balise d'atterrissage; balise; radiophare; piquet; radiobalise)
    fyr; vårdkas
    • fyr [-en] zelfstandig naamwoord
    • vårdkas [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bouée:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fyr balise; balise d'atterrissage; bouée; piquet; radiobalise; radiophare phare
vårdkas balise; balise d'atterrissage; bouée; piquet; radiobalise; radiophare

Synoniemen voor "bouée":


Wiktionary: bouée

bouée
noun
  1. Corps flottant destiné à marquer la place d’une ancre (1)
    • bouéeboj

Cross Translation:
FromToVia
bouée boj buoy — nautical: a moored float
bouée boj Boje — schwimmender Körper, der (am Grund verankert) dem Festmachen von Schiffen oder Booten dient
bouée boj boei — een drijvend en verankerd voorwerp om de vaargeul in ondiepe wateren aan te geven

Verwante vertalingen van bouée