Frans

Uitgebreide vertaling voor bévue (Frans) in het Zweeds

bévue:

bévue [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bévue (faute; gaffe; méprise; )
    skrik
    • skrik [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. la bévue (gaffe; erreur; maladresse; faute; énormité)
    blunder; dumhet
    • blunder [-en] zelfstandig naamwoord
    • dumhet [-en] zelfstandig naamwoord
  3. la bévue (erreur; méprise; coup manqué; )
    misstag; miss; bkunder; felsteg
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • miss [-en] zelfstandig naamwoord
    • bkunder zelfstandig naamwoord
    • felsteg [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. la bévue (coup raté; coup manqué; erreur)
    misslyckande; miss; blunder
  5. la bévue (erreur; faute; gaffe; )
    fel; misstag; synd
    • fel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • synd [-en] zelfstandig naamwoord
  6. la bévue (gaffe)
    begå fel
  7. la bévue
    halkande; snubbling

Vertaal Matrix voor bévue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begå fel bévue; gaffe
bkunder bévue; coup manqué; coup raté; erreur; faute; faux pas; lapsus; méprise
blunder bévue; coup manqué; coup raté; erreur; faute; gaffe; maladresse; énormité bévues; erreur; faute; fautes; faux pas; gaffes; maladresses
dumhet bévue; erreur; faute; gaffe; maladresse; énormité badinage; bouffonnerie; bêtise; candeur; cocasserie; concentration; densité; fait d'être bonasse; folie; ignorance; ingénuité; innocence; insipidité; naïveté; niaiserie; nullité; plaisanterie; raillerie; simplicité; sottise; stupidité
fel bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement avarie; blâme; bogue; difficultés; dommage; défaillance; défaut; défauts; dérangement; désagréments; errance; erreur; faute; fautes; faux pas; handicaps; imperfection; incommodités; iniquité; injustice; maladresses; manque; manques; non-exécution; panne; réprobation; tort
felsteg bévue; coup manqué; coup raté; erreur; faute; faux pas; lapsus; méprise erreurs; fautes
halkande bévue
miss bévue; coup manqué; coup raté; erreur; faute; faux pas; lapsus; méprise
misslyckande bévue; coup manqué; coup raté; erreur insuccès; usure; usure en marchant; échec
misstag bévue; coup manqué; coup raté; défaut; errance; erreur; faute; faux pas; gaffe; lapsus; méprise; égarement bévues; erreur; erreurs; faute; fautes; faux pas; gaffes; maladresses; malentendus; méprises; égarements
skrik bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement bourrasque; coup de vent; cri; exclamation; hurlement
snubbling bévue
synd bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement dommage; défaut; immoralité; péché; vice; établi à étau
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fel abusif; en désordre; erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté
synd dommage; fâcheusement; fâcheux; hélas; malheureusement; regrettable

Synoniemen voor "bévue":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van bévue