Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. avarice:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor avarice (Frans) in het Zweeds

avarice:

avarice [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'avarice (cupidité; avidité; égoïsme)
    girighet
  2. l'avarice (avidité)
    knusslighet; snålhet; njugghet; ynklighet

Vertaal Matrix voor avarice:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
girighet avare; avarice; avidité; cupidité; égoïsme avidité; rapacité
knusslighet avarice; avidité avidité; pingrerie; rapacité
njugghet avarice; avidité frugalité; humilité; infortune; mesquinerie; misère; modestie; parcimonie; pauvreté; pénurie
snålhet avarice; avidité avidité; pingrerie; rapacité
ynklighet avarice; avidité

Synoniemen voor "avarice":


Wiktionary: avarice

avarice
noun
  1. attachement excessif à la possession d’argent, de richesses, sans en faire l’usage.

Cross Translation:
FromToVia
avarice girighet avarice — excessive or inordinate desire of gain
avarice girighet greed — selfish desire for more than is needed
avarice snålhet; girighet Geiz — heftiger Unwille etwas abzugeben