Frans
Uitgebreide vertaling voor assuré (Frans) in het Zweeds
assuré:
-
assuré
-
assuré
betäckat; täckat; övertäckad; täckad; övertäckat-
betäckat bijvoeglijk naamwoord
-
täckat bijvoeglijk naamwoord
-
övertäckad bijvoeglijk naamwoord
-
täckad bijvoeglijk naamwoord
-
övertäckat bijvoeglijk naamwoord
-
-
assuré (sûr de soi; avec assurance; agressif; agressivement; capable de s'imposer; capable de s'affirmer)
-
assuré (certainement; sûr; certain; véritablement; assurément; véridique; sans doute; certes; vraiment; positif; véridiquement; mais si!)
otvivlat; obestridlig; obestridligt-
otvivlat bijvoeglijk naamwoord
-
obestridlig bijvoeglijk naamwoord
-
obestridligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
assuré (sans angoisse; franchement; audacieux; aisé; franc; aisément; décidé; audacieusement; sans crainte; avec assurance; avec aisance)
-
assuré (sans crainte; avec assurance; sans angoisse)
utan räddsla-
utan räddsla bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor assuré:
Synoniemen voor "assuré":
Computer vertaling door derden: