Agitateur in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

agitateur:
- bråkmakare; upprorsmakare; orosstiftare; agitator; uppviglare; anstiftare; rebell; provokatör; hetsare
Wiktionary:
- agitateur → orostifare, uppviglare, omröringssticka

Frans

Uitgebreide vertaling voor agitateur (Frans) in het Zweeds

l'agitateur
bråkmakare
- bråkmakare [-en] zelfstandig naamwoord
l'agitateur (tapageur; perturbateur; chahuteur; névrosé; névropathe)
bråkmakare; upprorsmakare; orosstiftare
- bråkmakare [-en] zelfstandig naamwoord
- upprorsmakare [-en] zelfstandig naamwoord
- orosstiftare [-en] zelfstandig naamwoord
l'agitateur (rebelle; révolté; insurgé; perturbateur; mutin; tapageur)
agitator; uppviglare; orosstiftare
- agitator [-en] zelfstandig naamwoord
- uppviglare [-en] zelfstandig naamwoord
- orosstiftare [-en] zelfstandig naamwoord
l'agitateur (instigateur; fondateur; créateur; provocateur; meneur; initiateur; petit chenapan)
anstiftare
- anstiftare [-en] zelfstandig naamwoord
l'agitateur (meneur; provocateur; perturbateur)
rebell; provokatör; uppviglare; hetsare; orosstiftare
- rebell [-en] zelfstandig naamwoord
- provokatör [-en] zelfstandig naamwoord
- uppviglare [-en] zelfstandig naamwoord
- hetsare [-en] zelfstandig naamwoord
- orosstiftare [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agitator	agitateur; insurgé; mutin; perturbateur; rebelle; révolté; tapageur	agitatrice; provocateur
anstiftare	agitateur; créateur; fondateur; initiateur; instigateur; meneur; petit chenapan; provocateur	agitateurs; bruyant; chef de bande; créateur; fondateur; initiateur; initiateurs; instigateur; instigateurs; meneur; meneuse; petit chenapan; petit coq; promoteur; provocateurs; tapageur
bråkmakare	agitateur; chahuteur; névropathe; névrosé; perturbateur; tapageur	batailleur; blouson noir; bretteur; chamailleur; goujat; querelleur; semeur de discorde; tapageur
hetsare	agitateur; meneur; perturbateur; provocateur	agaceur; diablotin; taquin
orosstiftare	agitateur; chahuteur; insurgé; meneur; mutin; névropathe; névrosé; perturbateur; provocateur; rebelle; révolté; tapageur	fauteurs
provokatör	agitateur; meneur; perturbateur; provocateur
rebell	agitateur; meneur; perturbateur; provocateur	insurgé; rebelle; révoltée
upprorsmakare	agitateur; chahuteur; névropathe; névrosé; perturbateur; tapageur
uppviglare	agitateur; insurgé; meneur; mutin; perturbateur; provocateur; rebelle; révolté; tapageur	engeance; fauteurs; provocateur; racaille; vermine

excitateur; contestataire; provocateur; mutin; insurgé; émeutier; trublion; boutefeu; meneur; fauteur; incitateur; instigateur; animateur; fomentateur; stimulateur; factieux; séditieux; comploteur; rebelle; révolté; fomenteur; leader; entraîneur; dirigeant; chef; protagoniste; perturbateur; frondeur

agitateur

noun

Celui qui agiter une assemblée, une foule, en vue d’y causer du trouble.
- agitateur → orostifare; uppviglare
(term, Laboratoire) baguette de verre dont on se sert pour remuer dans un récipient toutes sortes de liquides.
- agitateur → omröringssticka