Accommodation in het Zweeds vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

accommodation:
- kvarter; husrum; logi; inackordering; tak över huvudet; bostad; anpassning; korrigering; inställning; justering
Wiktionary:
- accommodation → jämkning, ackommodation
- accommodation → adaption

Frans

Uitgebreide vertaling voor accommodation (Frans) in het Zweeds

accommodation:

accommodation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'accommodation (hébergement; logement; domicile; habitation; abri; gîte; foyer; hospice; maison d'accueil)
kvarter; husrum; logi; inackordering; tak över huvudet
- kvarter [-ett] zelfstandig naamwoord
- husrum [-ett] zelfstandig naamwoord
- logi [-en] zelfstandig naamwoord
- inackordering [-en] zelfstandig naamwoord
- tak över huvudet zelfstandig naamwoord
l'accommodation (logement; hébergement; abri)
bostad
- bostad [-en] zelfstandig naamwoord
l'accommodation (ajustement; adaptation; mise au point; rajustement; réglage)
anpassning; korrigering; inställning; justering
- anpassning [-en] zelfstandig naamwoord
- korrigering [-en] zelfstandig naamwoord
- inställning [-en] zelfstandig naamwoord
- justering [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor accommodation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anpassning	accommodation; adaptation; ajustement; mise au point; rajustement; réglage	ajustement de texte; personnalisation
bostad	abri; accommodation; hébergement; logement	abri; asile; demeure; domicile; humble cabane; hébergement; immeuble; logement; logis; maison; maisonnette; refuge
husrum	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	logement; logis
inackordering	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	hôte; pensionnaire
inställning	accommodation; adaptation; ajustement; mise au point; rajustement; réglage	caractère; connaissance; disposition; esprit; focalisation; génie; inclination; intellect; intelligence; mise au point; nature; paramètre; penchant; raison; réglage; sympathies; tempérament; tendance; âme
justering	accommodation; adaptation; ajustement; mise au point; rajustement; réglage	alignement; calibrage; estampille; remise en état; réforme; révision; étalonnage
korrigering	accommodation; adaptation; ajustement; mise au point; rajustement; réglage
kvarter	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	arrondissement; faubourg; quartier; quartier de la périphérie
logi	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	abri; asile; hébergement; logement; logis; procuration de logement; procuration de logis; procuration de quartier; refuge
tak över huvudet	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	abri; abribus; asile; hébergement; logement; refuge

Synoniemen voor "accommodation":

acclimatement; acclimatation; accoutumance; naturalisation

Wiktionary: accommodation

accommodation

noun

Action de (s’)adapter, (se) conformer
- accommodation → jämkning
Mécanisme oculaire
- accommodation → ackommodation

Cross Translation:

From	To	Via
• accommodation	→ adaption	↔ Adaption — allgemein: Anpassung oder Anpassungsvermögen

Remove Ads

Vertaal accommodation van Frans naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor accommodation (Frans) in het Zweeds

accommodation:

accommodation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'accommodation (hébergement; logement; domicile; habitation; abri; gîte; foyer; hospice; maison d'accueil)

l'accommodation (logement; hébergement; abri)

l'accommodation (ajustement; adaptation; mise au point; rajustement; réglage)

Vertaal Matrix voor accommodation:

Synoniemen voor "accommodation":

Wiktionary: accommodation