Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. accablant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor accablant (Frans) in het Zweeds

accablant:

accablant bijvoeglijk naamwoord

  1. accablant (difficile; dur; compliqué; )
    svårt; svår
    • svårt bijvoeglijk naamwoord
    • svår bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor accablant:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svår accablant; assommant; avec peine; compliqué; critique; difficile; difficilement; dur; délicat; embarrassant; gênant; lourd; oppressant; pressant; pénible; péniblement; écrasant; étreignant compliqué; critique; difficile; difficilement; dur; problématique; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement
svårt accablant; assommant; avec peine; compliqué; critique; difficile; difficilement; dur; délicat; embarrassant; gênant; lourd; oppressant; pressant; pénible; péniblement; écrasant; étreignant brouillon; complexe; compliqué; confus; critique; difficile; difficilement; dur; embrouillé; obscur; problématique; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; sauvage; sophistiqué; strictement; sévère; sévèrement

Synoniemen voor "accablant":


Wiktionary: accablant

accablant
adjective
  1. Qui accabler ou qui peut accabler.

Cross Translation:
FromToVia
accablant betungande; belastande belastend — eine körperliche, seelische oder finanzielle Belastung hervorrufend