Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal accablé

Vertaal accablé van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

accablé:
- nerslaget; låg; nere; lågt; nerslagen; bedrövat; deprimerat
Wiktionary:
- accablé → orolig

Frans

Uitgebreide vertaling voor accablé (Frans) in het Zweeds

accablé:

accablé bijvoeglijk naamwoord

accablé (abattu; prostré; pessimiste; morose; affligé; triste; morne; maussade; déprimé)
nerslaget; låg; nere; lågt; nerslagen; bedrövat; deprimerat
- nerslaget bijvoeglijk naamwoord
- låg bijvoeglijk naamwoord
- nere bijvoeglijk naamwoord
- lågt bijvoeglijk naamwoord
- nerslagen bijvoeglijk naamwoord
- bedrövat bijvoeglijk naamwoord
- deprimerat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor accablé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
låg		niveau le plus bas; record de bassesse
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedrövat	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste	affligeant; attristant
deprimerat	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste	déprimé; mineur
låg	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste	bas; basse; bassement; courant; d'usage; douteusement; douteux; déshonorant; généralement admis; habituel; honteusement; ignoble; ignoblement; infect; infâme; louche; lugubre; mauvais; méchant; méprisable; normal; obscur; obscurément; odieusement; odieux; ordinaire; ordinairement; pas haut; peu élevé; quotidien; sans scrupules; sinistre; usuel; vachement; vil; visqueux
lågt	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste	bas; basse; bassement; courant; d'usage; douteusement; douteux; déshonorant; faux; généralement admis; habituel; honteusement; ignoble; ignoblement; infect; infâme; louche; lugubre; mal; mauvais; méchant; méprisable; normal; obscur; obscurément; odieusement; odieux; ordinaire; ordinairement; pas haut; perfide; peu élevé; quotidien; sans scrupules; sinistre; usuel; vachement; vil; visqueux
nere	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste	inférieur; inférieurement
nerslagen	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste
nerslaget	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste

Synoniemen voor "accablé":

abattu; anéanti; épuisé; découragé; consterné; prostré; mélancolique; affligé; opprimé; exploité; assassiné; tué; massacré; atterré; stupéfié; attristé; terrassé; foudroyé; bourrelé; tourmenté; déprimé; affaibli; fatigué; las; exténué; harassé; anémié; diminué; excédé; éreinté; brisé; rendu; courbaturé; courbatu; rompu; roué; moulu; surmené; triste; pénible

Wiktionary: accablé

Cross Translation:

From	To	Via
• accablé	→ orolig	↔ distressed — anxious or uneasy

Computer vertaling door derden: