Frans
Uitgebreide vertaling voor abîmé (Frans) in het Zweeds
abîmé:
-
abîmé (endommagé; cassé; brisé; rompu; en morceaux; troué; fracturé; crevé; détraqué; lacéré; en pièces; en dérangement; avarié; en lambeaux; variolé; délabré; fêlé; déchiré)
-
abîmé (défiguré; endommagé; gâché; délabré; détérioré; difforme)
-
abîmé (en lambeaux; endommagé; avarié; en pièces)
trasig; skadat; trasigt; söndertrasat; söndertrasad-
trasig bijvoeglijk naamwoord
-
skadat bijvoeglijk naamwoord
-
trasigt bijvoeglijk naamwoord
-
söndertrasat bijvoeglijk naamwoord
-
söndertrasad bijvoeglijk naamwoord
-
-
abîmé (brisé)
-
abîmé (blessé; avarié; en lambeaux; endommagé; mangé des mites; délabré; détérioré; en pièces; variolé)
-
abîmé (gâché; endommagé)
Vertaal Matrix voor abîmé:
Synoniemen voor "abîmé":
Computer vertaling door derden: