Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. épine:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor épine (Frans) in het Zweeds

épine:

épine [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'épine
    tagg; stick; törn
    • tagg [-en] zelfstandig naamwoord
    • stick [-ett] zelfstandig naamwoord
    • törn zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor épine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stick épine empreinte; estampe; gravure; impression; imprimé; listing; morsure; piqûre; tirage; édition
tagg épine balise; balise de note; mot-clé; épines
törn épine boum; floc; plouf
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stick aller se faire foutre; aller se faire voir; décamper; ficher le camp; s'en aller; se casser; se retirer

Synoniemen voor "épine":


Wiktionary: épine

épine
noun
  1. (botanique) branche, feuille, stipule ou partie de feuille transformée en un organe allongé et piquant.

Cross Translation:
FromToVia
épine torn; tagg; törne DornBotanik: ein stechendes Gebilde an einer Pflanze, das an der Stelle eines Organs sitzt
épine tagg spine — rigid, pointed surface protuberance or needle-like structure on an animal, shell, or plant

Verwante vertalingen van épine