Frans
Uitgebreide vertaling voor ticket (Frans) in het Zweeds
ticket:
-
le ticket (billet d'entrée; billet; laissez-passez; carte; permis; ticket d'entrée; carte d'entrée)
biljett; tillstånd; inträdesbiljett; inträdestillstånd; pass-
inträdestillstånd zelfstandig naamwoord
-
le ticket (bon; coupon; reçu; chiffon; pièce; récépissé; quittance; lambeau; restant)
-
le ticket (carte d'entrée; carte de membres; carte d'identité; ticket d'entrée; carte d'abonnée)
pass; fribiljett; identifikationskort; passersedel-
identifikationskort zelfstandig naamwoord
-
passersedel zelfstandig naamwoord
-
le ticket (récépissé de versement; reçu; quittance; récépissé)
betalningsbevis; kvitto på inbetalning-
betalningsbevis zelfstandig naamwoord
-
kvitto på inbetalning zelfstandig naamwoord
-
-
le ticket (reçu; récépissé de versement; récépissé; quittance; ticket de caisse; récipissé)
Vertaal Matrix voor ticket:
Synoniemen voor "ticket":
Computer vertaling door derden: