Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: remontrance

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: remontrance

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

remontrance:
- varning; råd; förmaning; tillrättavisning; föreläsning; straffpredikan
Wiktionary:
- remontrance → banna, utskällning

Frans

Uitgebreide vertaling voor remontrance (Frans) in het Zweeds

remontrance:

remontrance [la ~] zelfstandig naamwoord

la remontrance (admonestation; avertissement; mise en garde; sommation; exhortation)
varning; råd; förmaning; tillrättavisning
- varning [-en] zelfstandig naamwoord
- råd [-ett] zelfstandig naamwoord
- förmaning [-en] zelfstandig naamwoord
- tillrättavisning [-en] zelfstandig naamwoord
la remontrance (sermon; prêche)
föreläsning; straffpredikan
- föreläsning [-en] zelfstandig naamwoord
- straffpredikan zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor remontrance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
föreläsning	prêche; remontrance; sermon	collège; cours magistral
förmaning	admonestation; avertissement; exhortation; mise en garde; remontrance; sommation	chamaillerie; criailleries; disputes; histoires; querelles
råd	admonestation; avertissement; exhortation; mise en garde; remontrance; sommation	avis; cadre de référence; conseil; louanges; recommandation; référence
straffpredikan	prêche; remontrance; sermon
tillrättavisning	admonestation; avertissement; exhortation; mise en garde; remontrance; sommation	réprimande
varning	admonestation; avertissement; exhortation; mise en garde; remontrance; sommation	avertissement; exhortation

Synoniemen voor "remontrance":

admonestation; réprimande; semonce; gronderie; avertissement; leçon; critique; blâme; objurgation; désapprobation; reproche; anathème; condamnation; répréhension; grief; plainte; tollé; homélie; prêche; prône; sermon; prédication; discours; remarque; allusion; objection; observation; réflexion; pensée; annotation; note; exhortation; catéchisme; harangue

Wiktionary: remontrance

Cross Translation:

From	To	Via
• remontrance	→ banna; utskällning	↔ Schelte — laut geäußerter Tadel, Zurechtweisung