Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. casier:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor casier (Frans) in het Zweeds

casier:

casier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le casier (case)
    avdelning; fack; bås
    • avdelning [-en] zelfstandig naamwoord
    • fack [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bås [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor casier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avdelning case; casier branche; brigade; catégorie; corps; distribution; district; division; domaine adminstratif; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partage; partie; pose d'une clôture; ramification; rayon; répartition; section; segment; équipe
bås case; casier boutique de foire; stand; stands; étal; étaux
fack case; casier compartiment; coupé; district; domaine adminstratif; département

Synoniemen voor "casier":


Wiktionary: casier


Cross Translation:
FromToVia
casier hylla; bokhylla Regal — ein offenes Gestell, an dem mehrere Bretter befestigt sind, die als Ablage dienen

Verwante vertalingen van casier