Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ampleur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ampleur (Frans) in het Zweeds

ampleur:

ampleur [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ampleur (prolixité; verbosité)
    långrandighet; vidlyftighet
  2. l'ampleur
    omfattande; vidsträck
  3. l'ampleur (largeur d'épaules; carrure)
    bredaxlad

Vertaal Matrix voor ampleur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bredaxlad ampleur; carrure; largeur d'épaules
långrandighet ampleur; prolixité; verbosité prolixité; verbosité
omfattande ampleur renfermer
vidlyftighet ampleur; prolixité; verbosité
vidsträck ampleur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bredaxlad large d'épaules
omfattande ambitieux; comme un prince; considérable; de grande envergure; en grand; grandiose; imposant; princièrement; vaste

Synoniemen voor "ampleur":


Wiktionary: ampleur

ampleur
noun
  1. caractère de ce qui est ample.

Cross Translation:
FromToVia
ampleur magnitud magnitude — size etc
ampleur måtta; mått MaßAbstufung einer Intensität

Verwante vertalingen van ampleur