Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plaisantin:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor plaisantin (Frans) in het Zweeds

plaisantin:

plaisantin [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le plaisantin (paillasse; comique; comédien; )
    komiker; narr; clown
    • komiker [-en] zelfstandig naamwoord
    • narr [-en] zelfstandig naamwoord
    • clown [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le plaisantin (comique; comédien; farceur; clown)
    spefågel; komiker; clown
    • spefågel [-en] zelfstandig naamwoord
    • komiker [-en] zelfstandig naamwoord
    • clown [-en] zelfstandig naamwoord
  3. le plaisantin (clown; espiègle; gaillard; )
    kanalje; lymmel; skälm; bov
    • kanalje [-en] zelfstandig naamwoord
    • lymmel [-en] zelfstandig naamwoord
    • skälm [-en] zelfstandig naamwoord
    • bov [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le plaisantin (personnage d'opérette)
    nolla; löjlig person
  5. le plaisantin (farceur; rigolo; clown)
    pajas; clown
    • pajas [-en] zelfstandig naamwoord
    • clown [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plaisantin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bov clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin bandit; brigand; canaille; casse-cul; charogne; con; connaud; coquin; couillon; crapule; criminel; diablotin; délinquant; emmerdeur; enculé; enfoiré; espiègle; fripon; fripouille; gangster; garnement; gredin; jeune délinquant; malfaiteur; malfrat; mauvais garnement; misérable; polisson; polissonne; réprouvé; sacripant; salaud; sale type; saligaud; scélérat; taquin; truand; vaurien; voyou
clown bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin; rigolo arlequin; blagueur; bouffon; clown; comique; comédien; fou; hurluberlu; idiot; imbécile; niais; pierrot; pitre; polichinelle; rigolo; sot; écervelé
kanalje clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle; gamin; polisson
komiker bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin acteur; actrice; blagueur; clowns; comique; comiques; comédien; comédienne; comédiennes; comédiens; plaisantins; rigolo
lymmel clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin canaille; coquin; diablotin; espiègle; fripon; fripouille; gamin; garnement; gredin; malappris; mec; peste; petit brigand; petit vilain; polisson; vaurien; vilain; voyou
löjlig person personnage d'opérette; plaisantin
narr bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin fou; sot
nolla personnage d'opérette; plaisantin
pajas clown; farceur; plaisantin; rigolo personnage de B.D.; personnage de bande dessinée; pitre
skälm clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle; gamin; polisson
spefågel clown; comique; comédien; farceur; plaisantin espiègle; farceurs; loustics; personne rieuse; plaisantins; polisson; rieur; rigolo; rigolote; types; zèbres
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nolla remettre à zéro

Synoniemen voor "plaisantin":


Wiktionary: plaisantin

plaisantin
noun
  1. celui, celle qui tourner tout en plaisanterie, qui fait à tout propos des plaisanteries d’un goût douteux.