Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: handicap

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: handicap

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

handicap:
- handikapp
handicapé:
- rörelsehindrad; förståndshandikappad; efterblivet; förståndshandikappat; efterbliven
- person med handikapp; handikappad person; funktionshindrad
Wiktionary:
- handicap → handikapp
- handicap → handikapp
- handicapé → funktionshindrad, rörelsehindrad

Frans

Uitgebreide vertaling voor handicap (Frans) in het Zweeds

handicap:

handicap [le ~] zelfstandig naamwoord

l'handicap (manque; défaut; anomalie; imperfection; infirmité)
handikapp
- handikapp [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor handicap:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
handikapp	anomalie; défaut; handicap; imperfection; infirmité; manque	handicaps; incapacité; invalidité; manques

Synoniemen voor "handicap":

difformité; déformation; disgrâce; malformation; imperfection; dysmorphie; infirmité; inconvénient; infériorité; désavantage; atrophie; débilité; impotence; incapacité; invalidité; mutilation; omnium; holding

Wiktionary: handicap

handicap

noun

(sport) épreuve ou concours de vitesse, de force ou d’endurance dans lesquels on égaliser les chances des concurrents d’âge ou de qualités différents, mais en leur attribuer ou en leur ôter une certaine avance de temps, de
- handicap → handikapp

Cross Translation:

From	To	Via
• handicap	→ handikapp	↔ Handicap — soziale (und/oder körperliche) Benachteiligung aufgrund einer Behinderung

handicapé:

handicapé bijvoeglijk naamwoord

handicapé (invalide; infirme)
rörelsehindrad
- rörelsehindrad bijvoeglijk naamwoord
handicapé (débile mentale; imbécile)
förståndshandikappad; efterblivet; förståndshandikappat; efterbliven
- förståndshandikappad bijvoeglijk naamwoord
- efterblivet bijvoeglijk naamwoord
- förståndshandikappat bijvoeglijk naamwoord
- efterbliven bijvoeglijk naamwoord

handicapé [le ~] zelfstandig naamwoord

l'handicapé (infirme)
person med handikapp
- person med handikapp zelfstandig naamwoord
l'handicapé (quelqu'un qui est incapable de travailler)
handikappad person
- handikappad person zelfstandig naamwoord
l'handicapé
funktionshindrad
- funktionshindrad

Vertaal Matrix voor handicapé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
efterbliven		retardant
handikappad person	handicapé; quelqu'un qui est incapable de travailler
person med handikapp	handicapé; infirme
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
funktionshindrad	handicapé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
efterbliven	débile mentale; handicapé; imbécile	aberrant; aliéné; attardé; demeuré; dément; intellectuellement retardé; peu doué; sous-doué
efterblivet	débile mentale; handicapé; imbécile	aberrant; aliéné; attardé; demeuré; dément; intellectuellement retardé; peu doué; sous-doué
förståndshandikappad	débile mentale; handicapé; imbécile
förståndshandikappat	débile mentale; handicapé; imbécile
rörelsehindrad	handicapé; infirme; invalide

Synoniemen voor "handicapé":

estropié; amputé; éclopé; impotent; infirme; manchot; mutilé; unijambiste; défavorisé; invalide; disgracié; difforme

Wiktionary: handicapé

Cross Translation:

From	To	Via
• handicapé	→ funktionshindrad	↔ Behinderter — (männliche) Person mit einer starken und dauerhaften körperlichen und/oder geistigen Beeinträchtigung der gesellschaftlichen und wirtschaftlichen Teilhabe
• handicapé	→ funktionshindrad; rörelsehindrad	↔ behindert — mit körperlichen oder geistigen Problemen