Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. front:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. front:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor front (Frans) in het Zweeds

front:

front [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le front (façade)
    framsida
  2. le front
    panna; huvudets panna
  3. le front
    lågtrycksfront
  4. le front (façade; devanture; devant)
    ansikte; fasad; front; ansikte utåt
  5. le front (largeur de façade)
    framsidesyta; fasad; framsida; front
  6. le front (ligne; façade)
    front
    • front [-en] zelfstandig naamwoord
  7. le front (devant)
    ansikt
    • ansikt zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor front:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansikt devant; front
ansikte devant; devanture; façade; front bobine; face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
ansikte utåt devant; devanture; façade; front
fasad devant; devanture; façade; front; largeur de façade apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; placage; travestissement
framsida façade; front; largeur de façade avants; devants; devanture s; façades; vue de face
framsidesyta front; largeur de façade
front devant; devanture; façade; front; largeur de façade; ligne ligne de combat
huvudets panna front
lågtrycksfront front
panna front chaudière

Synoniemen voor "front":


Wiktionary: front

front
noun
  1. À trier

Cross Translation:
FromToVia
front panna brow — forehead
front panna forehead — part of face above eyebrows
front front front — meteorology: interface between airmasses
front front front — military: area or line of conflict
front panna voorhoofd — het deel van het gezicht tussen de wenkbrauwen, de normale haarlijn en de slapen
front panna Stirn — der Teil des Gesichts zwischen Augenbrauen und Haaransatz

Verwante vertalingen van front



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor front (Zweeds) in het Frans

front:

front [-en] zelfstandig naamwoord

  1. front (stridslinje)
    la ligne de combat
  2. front (ansikte; fasad; ansikte utåt)
    la façade; la devanture; le devant; le front
    • façade [la ~] zelfstandig naamwoord
    • devanture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • devant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • front [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. front
    la ligne; la façade; le front
    • ligne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • façade [la ~] zelfstandig naamwoord
    • front [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. front (framsidesyta; fasad; framsida)
    le front; la largeur de façade

Vertaal Matrix voor front:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
devant ansikte; ansikte utåt; fasad; front ansikt
devanture ansikte; ansikte utåt; fasad; front butiksskyltning; fasad; framsidan av huset; förklädnad; skyltfönster; täckmantel; visnings ask
façade ansikte; ansikte utåt; fasad; front fasad; frammur; framsida; framsidan av huset; förklädnad; gavel; sken; täckmantel; utanverk
front ansikte; ansikte utåt; fasad; framsida; framsidesyta; front ansikt; framsida; huvudets panna; lågtrycksfront; panna
largeur de façade fasad; framsida; framsidesyta; front
ligne front fiskelina; led; linje; post; rad; rand; rynka; räcka; streck
ligne de combat front; stridslinje
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
ligne rad
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
devant framför; framfört; främst; före

Synoniemen voor "front":


Wiktionary: front


Cross Translation:
FromToVia
front front front — meteorology: interface between airmasses
front front front — military: area or line of conflict