Overzicht
Frans naar Zweeds: Meer gegevens...
-
bonimenteur:
-
Wiktionary:
bonimenteur → gatuförsäljare -
Synoniemen voor "bonimenteur":
banquiste; présentateur; saltimbanque; batteur; camelot; épateur; bluffeur; crâneur; fanfaron; paradeur; poseur; prétentieux; frimeur; hâbleur; blagueur; bravache; brodeur; charlatan; esbroufeur; menteur; mythomane; vantard
-
Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor bonimenteur (Frans) in het Zweeds
bonimenteur: (*Woord en zin splitter gebruikt)
bonimenteur:
Synoniemen voor "bonimenteur":
Wiktionary: bonimenteur
bonimenteur
noun
-
vendeur sur un marché, qui vante les bienfaits de sa marchandise.
- bonimenteur → gatuförsäljare