Frans

Uitgebreide vertaling voor diplômé (Frans) in het Zweeds

diplôme:

diplôme [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le diplôme
    diplom; intyg; certifikat
    • diplom [-ett] zelfstandig naamwoord
    • intyg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • certifikat [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. le diplôme
  3. le diplôme (charte; certificat)
    certifikat; diplom; brev; urkund
    • certifikat [-ett] zelfstandig naamwoord
    • diplom [-ett] zelfstandig naamwoord
    • brev [-ett] zelfstandig naamwoord
    • urkund [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le diplôme (brevet; licence; certificat)
    diplom; fullmakt; certifikat; licens
  5. le diplôme (diplôme de docteur; diplôme universitaire; brevet; certificat)
    diplom
    • diplom [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor diplôme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brev certificat; charte; diplôme correspondances; courrier; lettre; lettres; signes orthographiques
certifikat brevet; certificat; charte; diplôme; licence attestations; certificat; certificat de sécurité; certificat numérique; certificats
diplom brevet; certificat; charte; diplôme; diplôme de docteur; diplôme universitaire; licence certificat
fullmakt brevet; certificat; diplôme; licence approbation; autorisation; autorisation générale; consentement; délégation; habilitation; mandat; mandat général; ordonnance de paiement; permission; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration
intyg diplôme actes; certificats
licens brevet; certificat; diplôme; licence licence; permis
urkund certificat; charte; diplôme charte; règle; règlement; statut; texte originel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
certifikat Certificats
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
examensbevis diplôme

Synoniemen voor "diplôme":


Wiktionary: diplôme

diplôme
noun
  1. charte, titre, acte émaner de princes ou de seigneurs, et relatif à des privilèges, à des fondations, etc.

Cross Translation:
FromToVia
diplôme examen degree — academic award
diplôme diplom; examensbevis diploma — certificate
diplôme diplom Diplomallgemein: Urkunde

diplômé:

diplômé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le diplômé
  2. le diplômé (alumnus)
    akademiker

diplômé bijvoeglijk naamwoord

  1. diplômé (qualifié; compétent)
    kvalificerad; kvalificerat

Vertaal Matrix voor diplômé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akademiker alumnus; diplômé académique; agrégé; homme de science; licenciée; savant; scientifique; titulaire d'une maîtrise; universitaire; érudit
person med akademisk examen diplômé
person som fullgjort sin skolgång diplômé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kvalificerad compétent; diplômé; qualifié
kvalificerat compétent; diplômé; qualifié

Synoniemen voor "diplômé":


Wiktionary: diplômé


Cross Translation:
FromToVia
diplômé alumner; alumn alumnus — a graduate

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van diplômé