Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: contrariété

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: contrariété

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

contrariété:
- störd utav; irritation; motvind
Wiktionary:
- contrariété → motsats, oförenlighet, motsägelse, motighet, förtret

Frans

Uitgebreide vertaling voor contrariété (Frans) in het Zweeds

contrariété:

contrariété [la ~] zelfstandig naamwoord

la contrariété (irritation; mécontentement; agacement; déplaisir; chiffonnement)
störd utav; irritation
- störd utav zelfstandig naamwoord
- irritation [-en] zelfstandig naamwoord
la contrariété (vent contraire; contretemps; adversité)
motvind
- motvind [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor contrariété:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
irritation	agacement; chiffonnement; contrariété; déplaisir; irritation; mécontentement	agacement; amertume; excitabilité; irascibilité; irritabilité; irritation; mauvaise humeur; rancoeur; raseur; susceptibilité; énervement
motvind	adversité; contrariété; contretemps; vent contraire
störd utav	agacement; chiffonnement; contrariété; déplaisir; irritation; mécontentement

Synoniemen voor "contrariété":

adversité; malheur; accident; fatalité; obstacle; infortune; épreuve; malchance; misère; détresse; agacement; déplaisir; mécontentement; souci; déception; irritation; embêtement; ennui; tracas; casse-tête; préoccupation; tourment; désagrément; embûche; énervement; agitation; mélancolie; désoeuvrement; dégoût; tristesse; morosité; lassitude; fatigue; abattement; embarras; enquiquinement; difficulté; déboires; chagrin; inconvénient; contretemps; anicroche; exaspération; insatisfaction; inquiétude

Wiktionary: contrariété

contrariété

noun

opposition entre des choses contraires.
- contrariété → motsats; oförenlighet; motsägelse; motighet; förtret