Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. noueux:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor noueux (Frans) in het Zweeds

noueux:

noueux bijvoeglijk naamwoord

  1. noueux (osseux; maigre)
    benig
    • benig bijvoeglijk naamwoord
  2. noueux (bossueux)
    knölig
  3. noueux (noduleux)
    knutig; knottrigt; knutigt

Vertaal Matrix voor noueux:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benig maigre; noueux; osseux avec des arètes; osseuse; osseux; ossu; squelettique
knottrigt noduleux; noueux brut; mal équarri; pas lisse
knutig noduleux; noueux
knutigt noduleux; noueux
knölig bossueux; noueux bossué

Synoniemen voor "noueux":


Wiktionary: noueux


Cross Translation:
FromToVia
noueux knotig gnarled — knotty and misshapen