Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. serrure:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor serrure (Frans) in het Zweeds

serrure:

serrure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la serrure (serrure de porte)
    dörrlås
  2. la serrure (cadenas de vélo)
    cykellås
  3. la serrure (écluses; écluse)
    slussningar; slusshöjder

Vertaal Matrix voor serrure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cykellås cadenas de vélo; serrure
dörrlås serrure; serrure de porte
slusshöjder serrure; écluse; écluses
slussningar serrure; écluse; écluses

Synoniemen voor "serrure":


Wiktionary: serrure

serrure
noun
  1. serrurerie|fr mécanisme permettant de maintenir fermer une porte, un panneau, un vantail, etc., au moyen d’une clé.

Cross Translation:
FromToVia
serrure lås lock — something used for fastening
serrure lås slot — mechanisme waarmee in combinatie met een sleutel een deur of een raam kan worden afgesloten
serrure lås Schloss — Pl.1 an einen Zugang montierte Schließeinrichtung

Verwante vertalingen van serrure