Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: torpeur

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: torpeur

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

torpeur:
- svimning; vanmakt; svimning sanfall
Wiktionary:
- torpeur → dvala

Frans

Uitgebreide vertaling voor torpeur (Frans) in het Zweeds

torpeur:

torpeur [la ~] zelfstandig naamwoord

la torpeur (évanouissement; défaillance; anesthésie; griserie; étourdissement)
svimning; vanmakt; svimning sanfall
- svimning [-en] zelfstandig naamwoord
- vanmakt [-en] zelfstandig naamwoord
- svimning sanfall zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor torpeur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
svimning	anesthésie; défaillance; griserie; torpeur; étourdissement; évanouissement	flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement
svimning sanfall	anesthésie; défaillance; griserie; torpeur; étourdissement; évanouissement
vanmakt	anesthésie; défaillance; griserie; torpeur; étourdissement; évanouissement

Synoniemen voor "torpeur":

apathie; inertie; atonie; indolence; aboulie; mollesse; insensibilité; indifférence; abattement; somnolence; assoupissement; endormissement; sommeil; engourdissement; léthargie; appesantissement; flemme; fainéantise; oisiveté; paresse; passivité; inaction; quiétisme; somme; sieste; repos; inactivité; calme; demi-sommeil

Wiktionary: torpeur

torpeur

noun

médecine|fr zoologie|fr engourdissement, somnolence, ralentissement des fonctions vitales.
- torpeur → dvala